Peyote

Peyote
De Peyote is een bolvormige cactus zonder stekels, die de stof mescaline bevat. De effecten van mescaline zijn vergelijkbaar met het sterke en gevaarlijke middel LSD. De werking van hasj, wiet of paddo’s is een stuk lichter dan van dit goedje. De cactus groeit in Mexico en Zuid-Amerika en wordt al eeuwenlang door sjamanen en indianen gebruikt om in contact te komen met overleden voorvaderen en natuurgeesten. Bij het gebruik van dit middel worden dorst en vermoeidheid volledig weggedrukt, dus men kan onvermoeibaar doorgaan.

Ik ben van mening dat het gebruik van Peyote in beeld is gekomen door de schrijver Carlos Castaneda, die in de leer ging bij een sjamaan en van hem leerde over de cultuur, de geestenwereld en het gebruik van de ‘heilige’ Peyote. Zijn boeken zijn ook in het Nederlands verschenen.

Je gebruikt de Peyote door een paar plakjes van een volgroeide cactus af te snijden, deze te kauwen en door te slikken. Na ongeveer een uur begint de stof te werken. Meestal voelt dat in het begin niet fijn: je wordt misselijk, krijgt hoofdpijn of moet braken. Eigenlijk zijn dat de symptomen die aangeven dat je lichaam probeert het gif weg te werken. Na een tijdje raken je zintuigen overgevoelig en kan het juist een fijn gevoel geven, alsof je in een andere dimensie stapt, waarbij je het ‘goddelijke’ in je naar boven voelt komen.
De negatieve gevolgen van het gebruik van Peyote kunnen hetzelfde zijn als die van truffels en paddo’s: enorme angsten, hallucinaties, psychose, depressie, verwarring en kans op schizofrenie.