Energiedrankjes

Energiedrankjes
Na alle middelen die hiervoor beschreven zijn, lijkt het misschien vreemd om iets te lezen over energiedrankjes. Toch wil ik deze drankjes niet ongenoemd laten. Wie heeft er niet van gehoord: Red Bull, Burn, Bullit en Monster? Ze zijn gewoon in de winkel te koop, als normale voedingsmiddelen. Eigenlijk zijn het frisdrankjes met suiker, heel veel suiker! Verder zijn er stoffen als cafeïne, taurine en glucurono-lacton aan toegevoegd. Deze stoffen hebben een opwekkende werking.

Naast deze energiedrankjes zijn er energieshots. Deze vallen niet onder de voedingsmiddelen, maar zijn als supplement op de markt. Ze zijn te koop in kleine flesjes (25 tot 75 ml) met een heel hoog gehalte aan cafeïne en taurine, nog veel hoger dan in energiedrankjes.

Het is verbazingwekkend hoeveel kinderen, jongeren maar ook volwassenen grijpen naar deze energiedrankjes. Ik gaf eens les op het voortgezet onderwijs in de eerste klas, aan kinderen van zo’n elf, twaalf jaar. Daar vertelde een jongetje, dat hij iedere vrijdag na schooltijd samen met zijn vriendje een tray van vierentwintig blikjes energiedrankjes ging halen voor het weekend. Het geld kregen ze van hun ouders. Ieder weekend!

Toch is het gebruik van deze drankjes niet zonder risico’s. Onderzoekers van het Europese kantoor van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben geconstateerd dat het (teveel) drinken van energiedrankjes een gevaar voor de gezondheid is. Vooral de hoge concentratie cafeïne is gevaarlijk. Veel mensen drinken deze energiedrankjes koud, waardoor ze het veel sneller drinken dan bijvoorbeeld hete koffie. Het gevolg kan een cafeïnevergiftiging zijn, met problemen als hartkloppingen, verhoogde bloeddruk, misselijkheid en in sommige gevallen zelfs een psychose!

Volgens de WHO drinkt in Europa bijna één op de drie volwassenen regelmatig energiedrankjes. Ook is het zo dat in Europa één op de vijf kinderen onder de tien jaar dit soort drankjes wel eens drinkt. Onder de jongeren (de adolescenten) ligt het percentage echt hoog: ongeveer 68 procent. Zij mixen deze drankjes graag met alcohol, waardoor ze minder snel merken dat ze aangeschoten raken of dronken worden. Dus drinken ze meer dan anders. Dit kan weer leiden tot alcoholvergiftiging.[1]

De WHO doet dus nu al sterke aanbevelingen om het cafeïnegehalte te begrenzen en dat er net als bij alcohol een leeftijdsgrens zou moeten komen om kinderen enigszins te beschermen tegen deze suiker- en cafeïnebommen.

[1] Bron: Nederlands Dagblad, 15 oktober 2014.