Cocaïne (coke)
Cocaïne is een stimulerend middel en komt uit Zuid-Amerika. Het wordt gemaakt van de cocaplant, die groeit in landen als Bolivia, Peru en Colombia. Colombia is de grootste cocaïneleverancier ter wereld. De indianen in deze landen pruimen de bladeren of maken er thee van. Dat geeft energie, helpt tegen hoogteziekte en neemt het hongergevoel weg.
Om de cocaplant te bewerken tot cocaïne zijn er heel wat chemicaliën nodig. Er gaan miljarden euro’s om in de cocaïnehandel, want wereldwijd is de vraag naar deze drug enorm. In alle lagen van de samenleving wordt cocaïne gebruikt, van de verslaafde dakloze en Jan Modaal tot topsporters, beroemde artiesten en steenrijke miljonairs. Deze drug is niet goedkoop: je betaalt al snel € 50 voor een gram. Dat maakt deze drug zeker vijf keer zo duur als speed. Waarom is het zo duur? Allereerst omdat er veel vraag naar is. Bovendien moet de drug vanuit Zuid-Amerika gesmokkeld worden naar andere landen, terwijl bijvoorbeeld speed in ieder land zelf geproduceerd kan worden. Met cocaïne kan dat niet. Door het smokkelen zijn de risico’s voor de criminelen veel groter en daar moet een geldwaarde tegenover staan!
Hoe gebruik je cocaïne?
Snuiven: Cocaïne wordt op verschillende manieren gebruikt. De meest gangbare manier is cocaïne te snuiven. De drug werkt zo’n twintig tot dertig minuten, waarin je je zelfverzekerd, krachtig en opgewekt kunt voelen. Op het moment krijg je meer uithoudingsvermogen en je hebt nauwelijks trek in eten. Het zorgt voor een verhoogde lichaamstemperatuur, een sterk verhoogde hartslag en hogere bloeddruk. Je pupillen worden groot en je gaat ‘strak staan’: je voelt je sterk, je kunt niet stilzitten, je kaken gaan heen en weer en je gaat snel en veel praten. Ik vergelijk het effect tijdens preventielessen in de klas wel eens met Asterix die zijn toverdrankje heeft gedronken. Het geeft een onoverwinnelijk gevoel. En wat wil de gebruiker als het is uitgewerkt? Inderdaad, nog meer snuiven! Als je genoeg geld hebt, wordt van deze drug veel meer gebruikt (qua volume) dan van speed. Dat er dagelijks meerdere grammen worden gesnoven, is niet vreemd in dit wereldje.
Basen: Een andere manier om cocaïne te gebruiken, is het te roken met een pijp. Dit heet ‘basen’. Snuifcocaïne kan eigenlijk niet goed gerookt worden, omdat de drugs altijd versneden zijn. Dat wil zeggen dat het vermengd is met andere producten. Om te basen moet de coke eerst worden schoongemaakt, vaak door het te koken met water en maagzout of met ammoniak. Daarna blijft er een klontje over: de basecoke. Deze rook je in een (base)pijp.
Het basen geeft een enorm heftig gevoel bij de gebruiker, dat ongeveer een minuut duurt. Dan is het effect alweer weg. Dit gevoel heet een flash. Basen is de meest verslavende gebruiksvorm en vraagt eigenlijk constant om meer, meer, meer. Als het flashgevoel weg is, komt de andere kant van het gebruik naar voren, namelijk een verschrikkelijke terugslag (ook wel crash genoemd): gevoelens van depressie, prikkelbaarheid en een hunkering naar meer van het spul. Ik ken mensen die destijds wel 10 gram per dag rookten. Reken maar uit hoeveel dat kost!
Chinezen: Het klontje basecoke kan ook op een andere manier worden gebruikt, namelijk door het op zilverfolie te leggen en het van onderaf met een aansteker te verhitten. Vervolgens wordt de rook met bijvoorbeeld een rietje opgezogen. Deze methode wordt trouwens ook bij heroïne gebruikt. Het effect is minder heftig dan met de basepijp, maar werkt ook enorm verslavend.
Roken: Coke kan gerookt worden in combinatie met tabak. Dat heeft niet veel effect, behalve voor de smaak. Sommige mensen nemen een beetje coke in hun mond en smeren het op hun tandvlees. Dit geeft een lichte verdoving in de mond, wat als prettig wordt ervaren.
Injecteren: Coke kan ook geïnjecteerd worden, vermengd met water. Met deze methode werkt coke het snelst en de flash is anders, heftiger. Gelukkig durft niet iedereen de stap naar het gebruik van naalden te zetten.
Grote risico’s
De risico’s van cocaïnegebruik zijn enorm. Allereerst is er het grote risico op geestelijke verslaving, maar er zijn ook lichamelijke risico’s. Ik ken mensen die door het snuiven van coke hun neusschotje volledig hebben verwoest. Ze hebben het letterlijk weg gesnoven. Veel gebruikers krijgen later hartproblemen en een verhoogde kans op een hersenbloeding. Dan zijn er nog geestelijke risico’s: van cocaïne kun je verschrikkelijk paranoia worden. Je zit bijvoorbeeld alleen in je huis coke te gebruiken, maar je bent ervan overtuigd dat er mensen in de kamer aanwezig zijn. Je krijgt paniekgedachtes dat er iemand achter de deur staat te luisteren, je hebt het gevoel dat de politie door de ramen staat te gluren of dat je telefoon wordt afgeluisterd. Je kunt zelfs schimmen zien. Vooral als je de coke gaat basen ben je je gezonde verstand binnen de kortste keren volledig kwijt. Coke wordt onder gebruikers wel ‘de witte motor’ genoemd, maar gezien de gevolgen kun je beter spreken van ‘de witte sloper’.
Door cocaïne, en zeker door het basen, kun je een immoreel monster worden. Je raakt jezelf helemaal kwijt. Een van mijn maten van vroeger draaide op een gegeven moment helemaal door en liep volledig naakt over straat. Iedereen was bang voor hem. Deze man was van zichzelf al heel sterk en gevaarlijk, maar dit werd door de coke nog erger. Zelfs de politie durfde niets te zeggen of te doen.
Een ander maatje van mij was door de combinatie van zijn coke- en gokverslaving helemaal de weg kwijt geraakt. Hij had niets meer, geen geld, geen coke en geen woning. Op een gegeven moment woonde hij weer bij zijn ouders in. Wat deed hij? Hij pakte de sleutels en het kentekenbewijs van zijn vaders auto, reed ermee naar de eerste de beste autokoper en verkocht zijn vaders auto, om daarna rechtstreeks naar de drugsdealer te gaan.
Afkicken van coke
In vergelijking met het afkicken van heroïne of alcohol valt het lichamelijke afkicken van cocaïne mee. Toch kun je lichamelijk echt ziek worden, want een mens is een eenheid van geest, ziel en lichaam. Als het ene gedeelte verstoord is, heeft dat invloed op de andere delen. Ik heb van veel mensen gehoord dat ze er verschrikkelijk beroerd van waren. Ze voelden zich totaal uitgeput, konden lange tijd heel slecht slapen, waren angstig, agressief en depressief. Er kunnen lichamelijke klachten zijn als pijnen, trillen, koude rillingen en onwillekeurige bewegingen. Soms gaat de onrust over in achterdocht of hallucinaties en is er sprake van een psychose die door medici (kortdurend) behandeld wordt met antipsychotica. De verslaafde kan enorm hunkeren (‘craving’) naar het middel en bijna tegen de muur opkruipen van wanhoop.