Geestelijke of lichamelijk

Waarom raakt de één wel verslaafd en de ander niet? Daarbij spelen verschillende factoren een rol, zoals emotionele en sociale factoren. Verslavingen zijn geen puur biologisch gegeven, maar ze werken wel lichamelijk door, ze veranderen zelfs het functioneren van je hersenen. Mensen kunnen verslaafd raken aan genotsmiddelen, maar toch is niet iedere verslaving lichamelijk. Verslavingen kunnen dan ook worden ingedeeld in twee categorieën, namelijk geestelijke* en lichamelijke verslavingen.

Lichamelijke verslaving
Lichamelijke verslaving heeft puur te maken met je lichaam. Je lichaam is gewend aan het verslavende middel. Dit merk je als je stopt (of mindert) met het gebruik ervan nadat je het langere tijd hebt gebruikt. Je ervaart dan lichamelijke klachten als zweten, slapeloosheid, onrust, hoofdpijn. Dat merk je zelfs bij lichtere middelen zoals koffie of tabak.

Bij lichamelijke verslaving aan zwaardere middelen zijn de klachten nog sterker. Vooral verdovende middelen als alcohol, opium, morfine, heroïne en GHB zijn lichamelijk verslavend. De ontwenningsverschijnselen zijn bijvoorbeeld zweten, pijn, trillen, krampen, stuiptrekkingen, braken, diarree, misselijkheid, paniek- en angstaanvallen, wanhoop en waanbeelden.

Afkicken waarbij je abrupt stopt, zonder afbouwmiddelen (zoals methadon) wordt ‘cold turkey’ genoemd. Zonder medische begeleiding bij de afbouw van het middel kunnen de afkickverschijnselen zo erg zijn, dat ze kunnen leiden tot een psychose of zelfs een hartstilstand (met de dood tot gevolg). Het is in vele gevallen raadzaam en door artsen aanbevolen om rustig af te bouwen met eventuele ondersteuning van medicatie die de ontwenningsverschijnselen verminderen en een eventueel delirium kunnen voorkomen.

Na de eerste dagen afkicken heeft het lichaam nog zo’n drie tot vijf weken nodig om bij te komen. Pas daarna is iemand lichamelijk afgekickt en kan de rest van de therapie beginnen. Want met lichamelijk afkicken ben je er nog lang niet!

Geestelijke verslaving
Geestelijke verslaving is geen lichamelijke behoefte om het middel te gebruiken, maar zit tussen je oren. Het is een drang van binnenuit: je wilt de drugs gebruiken als je je rot voelt, maar ook als je je fijn voelt, of op momenten dat je niets omhanden hebt. Geestelijke verslaving is te vergelijken met een heel sterke gewoonte, zoals uit gewoonte voor de tv hangen, iedere vijf minuten naar je mobieltje grijpen om te zien of iemand je al heeft gesms’t of voortdurend snoepen.

Ook bij het afkicken van een geestelijke verslaving kun je lichamelijk flink beroerd worden, met klachten als hoofdpijn en stemmingswisselingen als boosheid, angst en neerslachtigheid. Sommige mensen kunnen op zo’n moment niet meer functioneren.

Soms vallen mensen na vele jaren toch weer terug in hun voormalige verslaving. Of ze stappen van het ene verslavende middel over op het andere. Dit zie je vaak gebeuren bij tabaksrokers, alcoholisten, cocaïne- en heroïneverslaafden. De reden van hun terugval is dikwijls dat hun geestelijke verslaving weer de kop opsteekt. In moeilijke tijden komt die innerlijke drang weer naar boven. Het is de geestelijke afhankelijk- heid (‘craving’) die is ontstaan doordat de hersenstructuur veranderd is door het langdurig gebruik van de middelen. Het hele ‘beloningsysteem’ van de hersenen is in de war. Dan komt het erop aan: geef je toe aan die drang of niet?

Iedere verslaving is een geestelijke verslaving. Het is vaak een manier om een leegte te vullen en om (bewust of onbewust) geen innerlijke pijn te voelen. Daarom is het zo belangrijk om aan de slag te gaan met de oorzaken van je verslaving. Waarom ben je gaan gebruiken? Was het eenzaamheid, weglopen voor problemen, onzekerheid? Als je die dingen niet aanpakt, loop je er weer keihard tegenaan als je bent afgekickt. Op die punten moet je werken aan herstel. Ook weerbaarheidstraining is belangrijk, zodat je je grenzen leert aangeven.

* In de psychiatrie wordt niet gesproken over ‘geestelijke verslaving’ maar over ‘psychische afhankelijkheid’ (hunkering/craving).